Wat aan de Romeinen herinnert Tegenover de Hervormde kerk van Haamstede ziet u het prachtige slot Haamstede liggen dat in de 13e eeuw in steen is gebouwd en o.a. bewoond is geweest door Witte van Haamstede, bastaardzoon van graaf Floris V. Het slot is gebouwd op oude Romeinse bouwresten.
Over het hele oude land van zowel Schouwen als Duiveland zijn Romeinse munten gevonden. Deze dupondius uit de tijd van keizer Vespasianus (69-79) werd door Stef Nelisse gevonden bij een afgegraven vliedberg in de buurt van Kerkwerve.
‘Eerste’ Romeinse vondst uit Ouwerkerk!. 
Rob van der Zande uit Ouwerkerk meldde de vondst van zeker zes Romeinse munten waaronder de hierboven afgebeelde uit de 5e eeuw, een Romeinse bel en een fragment van een Romeinse fibula (mantelspeld). Aan de oppervlakte van de akker lag bovendien een groot aantal aardewerkfragmenten uit verschillende perioden, merendeels na 1500. Met name de Romeinse munten wekten verbazing, daar dit de eerste keer was dat uit dat deel van Schouwen-Duiveland Romeins materiaal is aangetroffen. In de duinen van de Westhoek is een Romeinse fibula uit 200-250 na Chr. gevonden. En in het onderzoek aan de Korte Nobelstraat en de Steiltjesstraat in Zierikzee in 2003 en 2004 werden in de diepste lagen Romeinse scherven gevonden. 
Aan het eind van de Moolweg achter het slotbos van Haamstede ligt een langwerpige poel. Niets bijzonders zou u zeggen. Ook worden er geen bijzondere voorwerpen in de buurt gevonden. Maar die naam dan. Wel, in de veldboeken van 1667 is daar nog steeds sprake van een tempelruïne op deze plaats. En hoewel onze Germaanse voorouders wel afgoden hadden, vereerden ze die niet in tempels. Dus moeten we voor een tempel naar een vroegere bevolkingsgroep en dat waren de Romeinen. Gedacht wordt aan een tempeltje gewijd aan de godin Ariane, omdat in het begin van de vorige eeuw oude inwoners van Haamstede nog spraken van een "Laantje van Ariane" ter plekke.
Maar die Romeinen pasten zich met hun goden meestal aan aan plaatselijke godheden en gebruiken, zoals we ook zien bij de godin Nehalennia, en als we nu eens letten op de naam van die afgegraven zandheuvel achter de Tempelput, de Paesen’il, dan kan veel duidelijk worden. In veel streken van Nederland treffen we Paasheuvels aan, waar met Pasen Paasvuren werden gestookt. Dit zijn gekerstende gebruiken, die wijzen op voorchristelijke godsdienstige rituelen, meestal gerelateerd aan de gang der seizoenen en aan vruchtbaar- heidsriten. Ook ligt er dikwijls een heilige bron aan de voet van zo’n paasheuvel en dat is dus hier ook het geval. Iets van die heiligheid zagen we vroeger terug bij het straorien als de straoriërs van Haamstede langs de Tempelput reden en voordat ze naar het strand gingen, hun paarden lieten drinken uit de Tempelput. Tot in de 20e eeuw was er op Tweede Paasdag een soort marktje met kraampjes en lekkers. Het was daar gezellig en ook voor de jongelui was er vertier. Veel stelletjes werden daar gevormd als een jongeman een meisje vroeg samen van de Paesen’il af te rollen. Kennelijk een restant van prehistorische vruchtbaarheidsrites. De Romeinen, zoals gezegd, voegden hun  religie in in de bestaande religieuze gebruiken en bouwden dus hun tempel juist op deze plek. Ook Willibrord paste deze tactiek toe en hield zijn eerste preken op Schouwen-Duiveland bij de Tempelput. Zodoende valt een overblijfsel van heidendom samen met het begin van het Christendom. De inwoners van Burgh en Haamstede hadden voor het onderhoud van hun wegen zand nodig en uitgerekend de Paesen’il werd door het gemeentebestuur aangewezen om af te graven. Met het verdwijnen van de zandheuvel verdwenen ook de Paasgebruiken en alleen de stille Tempelput ligt er nog als getuige van godsdienstige bedrijvigheid uit oude tijden. (Bekijk video)  
De tempel zou er zo uit hebben kunnen zien.
Stroariërs
De Romeinse haven
Zoals hiervoor vermeld kan de aanwezigheid van een Romeinse haven op Schouwen-Duiveland niet met  historische vermeldingen of artefacten worden aange- toond, maar uit de wel bewezen aanwezigheid van Romeinse havens  zowel ten zuiden als ten noorden van ons eiland kunnen we wel  veronderstellen dat een belangrijke riviermond van de Scaldis een haven moet hebben gehad. Is de naam Roompot, een vaargeul  in de Oosterschelde, een herinnering aan zo’n Romein- se haven? Ze wordt wel teruggebracht tot Romanorum Portus, Haven der Romeinen. Vandaar zouden dan zee- vaarders vertrokken zijn voor overtochten naar Brittannia  en voor kustvaarten richting zuiden naar Gallië, Iberië en de Middellandse Zee. Mocht zo’n zeehaven hebben bestaan, dan kunnen we voor een indruk naar het nabijgelegen Goedereede gaan. Daar, even ten noorden van die plaats, in de Oude Oostdijkpolder, bevond zich in de Romeinse tijd een nederzettingsterrein . Hier vonden in de jaren ’50 en ’80 van de twintigste eeuw opgravingen plaats. Op basis van deze gegevens kan gesproken worden van een haven- plaats, die functioneerde tussen 85 en 225 na Christus. De nederzetting heeft waarschijnlijk een belangrijke functie gehad in de overslag en distributie van diverse goederen, waaronder keramiek en voedingsgewassen. Tevens gaat het om een van de grotere plaatsen uit de Romeinse tijd in het westen van Nederland. De gegevens van het onderzoek in Goedereede tonen aan dat de grootschalige overslag en distributie van goederen, die heden ten dage het economisch leven in de West-Nederlandse delta domineert, al in de Romeinse tijd een aanvang heeft genomen.
Zo’n haven is wel  erg fantastisch, maar zoals rechtsboven zou zeker mogelijk zijn geweest.
Een Romeins woord in het Zeeuwse dialect.
“Kiek, dae loap een kacheltj’op den diek”. Het woord is afgeleid uit het Middellatijns capitale , dat vee, stuk vee betekent, via captel> caftel> kachtel> kachel. Ook zijn er afleidingen: kachelen= veulenen; kachelpaerd =drachtige merrie.
Terug naar de Romeinen
Een Romeinse galei
Op de tekening ziet u de turstenen muren. Ze worden beschreven in het te verschijnen boek over de archelogie etc. over het slot Haamstede door Ernst Dekkers, lid van de familievereniging Slot Haamstede.