Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Marinus Abraham Jumelet
Hij werd geboren op 6 maart 1903 in Bruinisse. Hij bezocht de Ambachtsschool in Zierikzee en kreeg een aanstelling in de werkplaats van de R.T.M. op Brouwershaven. Zijn hart ging echter uit naar het verkondigen van het evangelie en ds. Van Griethuizen uit Noordgouwe leidde hem op voor de akte gods- dienstonderwijzer. In 1928 behaalde hij het begeerde diploma en hij werd toen spoedig aangesteld tot bijbelcolporteur in de drie noordelijke provincies. Hieruit volgde een aanstelling als evangelist te Witteveen in wat toen nog de Drentse heidestreek werd genoemd. De Witteveen-vereniging bouwde er een kapel en Jumelet kreeg de aanstelling. Het dorp Witteveen was gesticht door de ontginningsmaatschappij “Landschap Drente” die de econo- mische wantoestanden wilde wegwerken en de Drentse bevolking wilde opheffen. Wegen werden wegen aangelegd, kanalen gegraven en enige modelboerderijen en een vijftigtal arbeiderswoningen met een school daarbij gebouwd. De Vereeniging voor Geestelijke en Maatschappelijke Zorg heeft er een kapel voor de Ned. Hervormden laten bouwen, nadat die eerst een tijdlang in een keet hun godsdienstoefeningen gehouden hadden.
Ned. Herv. Kapel Witteveen
Ned. Herv. Kerk met Pastorie Witteveen Westerbork
De mensen, die de huizen aldaar bewoonden, waren oorspronkelijk Drentenaars, terwijl in de aan de huizen aangebouwde kamers de kwartiergangers woonden, die vanuit de grote steden als werkelozen daarheen werden gezonden om turf te steken en ontginningswerk te verrichten. Hoe de turf gewonnen werd is te zien op de volgende film: (Bekijk video) Die Drentenaars waren voor een groot deel vrijzinnig en onder de kwartiergangers vond men veel sociaal- democraten en communisten, zodat het huisbezoek voor Jumelet zware arbeid was. Met de godsdienst- oefeningen ging het ook niet naar wens, met de jeugdverenigingen wat beter en met de Zondagsschool goed, omdat bijna alle kinderen van het dorp deze bezochten. Er was dus toch een hoopvol teken. Op 18 december 1930, hij was toen 27 jaar en woonde in Westerbork, trouwde hij met Jantje Eding, 34 jaar, die woonde in Beilen. Nog steeds leefde men in Bruinisse met hem mee getuige de Zierikzeesche nieuwsbode van donderdag 1 januari 1931: Onzen hartelijken dank voor de zeer vele blijken van belangstelling, tijdens ons huwelijk ondervonden. M.A. Jumelet Mz J. Jumelet- Eding Ze kregen een zoon Mattheus en twee kleinkinderen. Ook leefde hij mee met zijn geboortedorp. Met de vakanties ging hij altijd naar zijn geboorteplaats Bruinisse en vrijwel zeker heeft hij op de meeste plaatsen van Schouwen-Duiveland gepreekt. Een meditatie is (nog) niet beschikbaar, maar wel een werkverslag. (Lees verder) In 1967, nog niet aan de pensioengerechtigde leeftijd toe,  werd hij ernstig ziek en moest hij ontslag nemen. Aan de gevolgen van deze ziekte overleed hij op 5 maart 1968.
Terug naar de Ned. Herv. Kerk Terug naar de Ned. Herv. Kerk