Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
     De beeldenstorm
Foto links: St. Nicolaas
Foto rechts: St. Jacobus Major
In het 1566 woedde de Beeldenstorm in de Nederlanden. Tussen 10 augustus en begin oktober 1566 werden in honderden kerken, kapellen, abdijen en kloosters altaren, beelden en retabels, doopvonten, koorgestoelten, predikstoelen en orgels vernield, kelken en cibories vertrapt en schilderijen, kerkelijke gewaden en boeken verscheurd. De mate van succes voor de hysterische mensenmassa"s, gewapend met voorhamers en bijlen, in het "zuiveringsproces" van de katholieke gebouwen werd grotendeels bepaald door de houding van het plaatselijke bestuur, de magistraten. Het stadsbestuur bijvoorbeeld kon er voor kiezen om de schutterij in te zetten om katholieke bezittingen te beschermen; geen actie ondernemen, of ze kon zelf actief worden bij het zuiveren van de kerken. Stadsbesturen en andere lokale overheden konden zo door hun ingrijpen, of juist het uitblijven daarvan, een grote invloed uitoefenen op het plaatselijke verloop van de Beeldenstorm. De probleem- stelling van dit onderzoek is gericht op het achterhalen van de uiteindelijke invloed van de beslissingen van lokale overheden op het nationale verloop van de Beeldenstorm. Op Schouwen-Duiveland verliep de beeldenstorm minder drastisch. Dr. Huib Uil spreekt van een “vreedzame revolutie”. Alleen het Minderbroederklooster, dat toch al aan afbraak toe was, werd vernield. Maar het stads- bestuur had de Grote kerk gesloten en waardevolle voorwerpen op de zolder van het stadhuis opgeborgen. Zo ook de ‘Triptiek van Zierikzee’, een schilderij over het laatste oordeel, dat in de 19e eeuw weer werd gevonden en verkocht aan het museum voor Schone Kunsten in Brussel. Zie verder bij Middeleeuwen>Na Willibrord- St Lieven (Livinus). Ook is een tabernakel gespaard gebleven uit het klooster Sion te Noordgouwe. Kijk op www.protestantsegemeentedreischornoordgouwe.nl onder klooster Sion te Noordgouwe. Tenslotte zijn twee heiligenbeelden de beeldenstorm ontsprongen: het beeld van St. Nicolaas, schutspatroon van Brouwershaven en patroon van de zeelieden, en dat van St. Jacob de Meerdere, patroon van de pelgrims. Beide beelden zitten hoog in het koor van de kerk in Brouwershaven. Blijkbaar te veel moeite voor de beelden- stormers.
Terug naar Reformatie