Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
St. Adrianus
Adrianus zou officier geweest zijn in het Romeinse leger van keizer Galerius (eind 2e eeuw) en moest 23 christenen vervolgen, maar werd door hun standvastigheid zelf bekeerd. Daarop werd Adrianus gemarteld. Er zijn enkele varianten wat de details betreft. Op een aambeeld werden zijn armen en benen met een hamer vermorzeld en hij werd met een zwaard onthoofd. Zijn echtgenote, de heilige Nathalia, ondersteunde hem tijdens de martelingen.  
In de kerk van Geraardsbergen bevindt zich een schilderij van de marteling van Adrianus. Zijn arm ligt op een aambeeld om geplet te worden. Links boven wacht hem de palmtak en de krans der overwinning.
Zijn feestdag is op 4 maart (sterfdag 304). Adrianus is de patroonheilige van Lissabon en Geraardsbergen en van de boden, de bierbrouwers, slagers, smeden, gevangenisbewaarders en soldaten en wordt aangeroepen tegen een plotselinge dood, onvruchtbaarheid en de pest. In de 9e eeuw zouden er relieken van Adrianus en Natalia overgebracht zijn naar Spanje en vervolgens naar de Portugese hoofdstad Lissabon. Waarschijnlijk omdat op Adrianus' voorspraak daar een pestepidemie tot staan is gebracht, is hij sinds de 11e eeuw ook patroon van de stad Lissabon.   In 1175 (in de tijd van de kruistochten dus) werden er Adrianusrelieken vanuit Constantinopel overgebracht naar de aan hem toegewijde Sint-Adrianusabdij te Geraerdsbergen (Grammont) in Vlaanderen. Vanaf dat moment genoot hij bijzondere verering in de Nederlanden: dat is o.a. te merken aan de verspreiding van parochiekerken aan hem gewijd. Ook kerkklokken waren aan Adrianus gewijd: o.a. te Mariënhage (Neder-Saksen) en Retterode (Hessen). In 1423 werd er voor hem in Geraerdsbergen een nieuwe reliekschrijn vervaardigd; dat had een geweldige opleving van zijn verering tot gevolg. Hij werd zelfs stadspatroon.
Foto links: In de Bartholomeüskerk in Geraardsbergen, worden zijn relikwieën na de opheffing van de abdij bewaard.
Foto rechts: Zilveren reliekhouder
Bij een opgraving van de werkplaats van een tingieter is een gietmal voor draaginsignes van de heilige Adrianus gevonden.
Uit dergelijke mallen werden draaginsignes,  zoals hier links afgebeeld, gegoten. In zijn rechterarm houdt hij het zwaard als symbool van zijn militaire status en in de linker de hamer en het aambeeld waarop zijn armen verbrijzeld werden. Onder zijn voeten een leeuw, symbool van dapperheid. Eind 15e eeuw.
Het moet een grote toeloop teweeg gebracht hebben naar zijn bedevaartplaats, want in groten getale zijn er pelgrimsinsignes gevonden die aan de bedevaartgangers mee naar huis werden gegeven; er werden er gevon- den in Vlaanderen zelf, maar onlangs kwamen er in de huidige provincie Zeeland 183 aan het licht (Nieuw- lande, Tolsende, Reimerswaal, Middelburg, Arnemuiden, Valkenisse, Hontenisse, Vlissingen, Oud-Rilland en Zierikzee); daarnaast doken er ook op te Dordrecht, Rotterdam, Egmond aan Zee en Zwolle plus naar nu bekend is minstens één in Canterbury.
Draaginsigne met identieke attributen. Vormgeving wat primitiever, wat wijst op een vroegere datum
Stuk van een draaginsigne van het model hiernaast uiterst links afgebeeld. Het werd in Zierikzee gevonden. Het is te zien in het
In de Vlaamse Adrianusbedevaartplaats Godveerdegem (Oost-Vlaanderen) wordt zijn bescherming al sinds 1662 aangeroepen tegen de pest.
Kapelletjes aan de Hoge Buizemont in Geraardsbergen
In 1764 werd in de Vlaamse plaats Oordegem een Adrianusbroederschap opgericht. Het bedevaartsgebed dat daar gebeden wordt luidt: "O, Godes vorst St Adriane, Besorght ons in dit dal der traene Godts liefde die in ‘t herte brant en in de deugd: een vast verbant. ‘k Com met gebeden tot u daelen van pest, petitsen, smert en quaelen; ‘k Hoop dat ghy ons bevryden sult door ons betrauw end u gedult. Noch meerder willen wy bedien ons peerden, coeien, calveren, vien schaepen, verkens en al ons dier die te bevryden van het vier wilt ons voorts o Heylighen helpen ons ellenden en suchten stelpen weest ons leytsman op de baen om dus den hemel in te gaen." Tijdens de pestepidemie van 1626 schreef het stadsbestuur van de stad Luxemburg een processie voor ter ere van Adrianus en Sebastianus. Vanaf 1636, toen de plaag nog altijd voortwoedde, werd dit gebruik een jaarlijkse traditie, terwijl aan beide heiligen Sint Rochus werd toegevoegd. Adrianus was/is patroon van de parochiekerken te Dreischor , Naaldwijk,  Esbeek, en Ter Aar, Langeraar, Stratum, Adegem (B.), Elsene (B.). De populariteit van Adrianus bleef in protestantse gebieden tot aan het eind van de zestiende eeuw bestaan, ondanks de oprukkende reformatie. Zo klaagde op een vergadering van de Provinciale Synode in 1597 die van Schouwen, dat de Roomsgezinden nog lang de overmacht hadden in Dreischor, en dat daar nog steeds afgoderie werd gepleegd voor St. Adriaan. Scriba op die vergadering was Anthonius Laurentii Stamperius, die in 1582 predikant werd in Dreischor.
Adriaanskerk in Dreischor
In Sirjansland, dat vroeger Klein Dreischor heette en in de Middeleeuwen met Dreischor één eiland vormde, wordt de volgende uitdrukking nog gehoord : “Naar het klooster van St. Adriaan gaan” in de betekenis van “gaan trouwen”. Dat correspondeert met het (Middeleeuwse?) Vlaamse liedje  “Zij zou gaarne gaan, naar het klooster van Sint Arjaan, waar twee paar schoenen onder één bed staan.” De zegswijze vond haar oorsprong in het verhaal van de marteling van de heilige en een legende er rond geweven, waarin Sint-Adriaan en zijn echtgenote Athalia als een toonbeeld van huwelijkstrouw en liefde worden voorgesteld.
Bekijk één van de filmpjes om dit lied te beluisteren: (Bekijk video) of (Bekijk video) .
Terug naar Bedevaarten