Wat mogelijk ook nog aan Willibrord       en de Ierse missionarissen herinnert
1. Het eerste, van immateriële aard, dat pastoor F. van Hees van de Willibrordus-parochie uit Zierikzee opvalt, is de mystieke inslag bij veel Zeeuwen in hun geloofsbeleving. Hij leent daarbij de term ‘bevindelijk’ van de protestanten.
Een verklaring zou het Keltische substraat in de Zeeuwen en het Zeeuwse volkskarakter kunnen zijn. Na de verovering van Zuidwest Nederland door de Sueven overleefden veel Kelten als slaaf, echtgenote of anderszins het Germaanse geweld. Bepaalde Keltische gebruiken bleken taai en overleefden zoals het straorien. Blijkt dit ook niet bij de botsing van het Christendom van Willibrord met het heidendom dat hij bij de Sueven aantrof? Slechts een bron vermeldt een Germaanse godheid nl. Wodan, terwijl twee andere bronnen Mercurius en Hercules Magusanus vermelden. Die laatste behoren tot de Romeins-Keltische godheden die kennelijk toch nog vereerd werden. Dit Keltische mystieke element in de godsdienstbeleving vond ongetwijfeld aansluiting bij de Keltische variant van het Christendom dat Willibrord en zijn helpers brachten.
2. Het tweede is de aanleg van het ‘Christelijke dorp’. Wat dat is blijkt uit een studie van Dr.D.Jenkins: ‘Holy, Holier, Holiest’: The Sacred Topography of the Early Medieval Irish Church.
Model is het  Ierse klooster. Het Ierse woord ’termonn’ was hier bepalend. Het betekende het zowel fysiek als spiritueel samen zijn van de  Céili Dé (metgezellen van God), omring door beschermende wallen en omheiningen. Midden in de ring staan het klooster en een toren en in de ringen eromheen de huizen van het personeel. Samen vormden zij een grote ‘extended’ familie.
Deze opzet sloot nauw aan bij de prehistorische aanleg van veel Keltische dorpen nl. de ring, symbool van oneindigheid, eeuwigheid. En, zegt Jenkins, een religieus centrum, met ringen eromheen, vond zijn voorbeeld ook in de afbeeldingen van Jeruzalem, dat op zich weer een voorbeeld is van het Hemelse Jeruzalem, zoals dat in het volksgeloof gedacht werd.
Al met al leefden deze ideeen bij de Ierse monniken die in de vroege middeleeuwen zo’n geestdriftige zendingsijver aan de dag legden. Zo beschreef  Clare Crowley in haar proefschrift: ‘The Origin of the Curvilinear Plan-Form in Irish Ecclesiastical Sites: A Comparative Analysis of Sites in Ireland, Wales and France’ de zgn. circulades (ronde dorpen en stadjes) in de Languedoc in Zuid Frankrijk.
Foto rechts: Alairac in l’Aude
Clare Crowley ziet een direct verband tussen de circulades en een van de routes van de Ierse missionarissen rechtstreeks van Ierland naar de Languedoc.
Een soortgelijke oplossing kan gevonden worden voor de zgn. ringdörfer in Oost Duitsland. Ook hier vond missie plaats onder de Wenden door Ierse monniken vanuit Salzburg en ook hier vinden we de opzet van het ‘Christelijke dorp’.
Foto rechts: Rundplatzdorf, Runddorf of Rundlingsdorf uit het Wendland
Vandaar is het een logische stap om de Zeeuwse ringdorpen in verband te brengen met de route van Willibrord en de zijnen en hun nazorg. Verdere studie is nodig.
Foto links: Dreischor
Verleidelijk is het de ringdorpen in Noord-Holland ook aan Ierse invloed toe te schrijven. Immers ook hier arbeidde Willibrord en stichtte christelijke gemeenschappen. Ook in deze contreien bevinden zich meerdere Willibrordusputten, waarvan de bekendste die in Heiloo is.
Foto rechts Kerk in Wijk aan Zee
Foto links Kerk in Beverwijk