Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Lezen: Handelingen 1: 1-14. Lucas 24: 50-53. Gemeente van onze Here Jezus Christus. In de Hemelvaartsdag zit iets dubbels. Enerzijds weten we dat de Heere Jezus naar de Vader is gegaan. Zijn zichtbare gestalte is niet meer waarneembaar op de aarde aanwezig. Zoals hij met de discipelen leefde en werkte, zo is Hij na de Pasen niet meer aanwezig. Juist na de opstanding is er al een verandering waar te nemen. Voor de kruisiging woonde Jezus met de discipelen. Ze reisden door het land. Hij genas zieken en gaf troost aan troostelozen. Hij was aanwezig zoals wij aanwezig zijn. Maar na de opstanding zien we al een grote verandering. We lezen van verschijningen. Denk maar aan de verschijning aan zijn discipelen door de gesloten deuren en ramen. Denk maar aan de Emmaüsgangers. Zonder dat ze er erg in hadden was Hij bij hen en deelde hun leven van onzekerheid. Het beste zien we het verschil in de ontmoeting op de Paasdag met Maria. Raak Mij niet aan. Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader. Wonderlijke verandering in het leven van Jezus. Door de Vader uit de dood opgewekt en in een nieuw leven, lichaam, waar toch ook weer de tekenen van de kruisiging in zichtbaar waren. We kunnen met een aantal woorden de Hemelvaartsdag kenmerken. We zien het afscheid, de scheiding die er is. We zien de verwachting die er mag zijn. We zien de verheffing die gebeurt. We zien de vervulling van het werk van de Here Jezus. We zien ook de zegende handen van de Heiland. We zien het afscheid, de scheiding die er is. En nu Hemelvaartsdag. De dag van afscheid. De Heere gaat van zijn discipelen heen. Wonderlijk. Hij zegt tegen hen in Matteüs: Gaat dan heen en maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. En dan: hoort u het goed: Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. Ziet u het dubbele van de Hemelvaart. Het opvaren naar de Vader en de belofte dat Hij bij ons is. Hij scheidde van hen. En Hij werd opgenomen in de hemel. En het geschiedde dat Hij Zich van hen verwijderde dat Hij hen zegende. Wat moeten we ons nu bij de Hemelvaart voorstellen? Een man die van de aarde werd opgenomen en door een wolk aan het gezicht werd onttrokken. Zoals je de kinderen uitzwaait als ze op vakantie gaan. Je ziet de auto om de bocht gaan en dan zie je ze niet meer. Zoals een schip aan de horizon verdwijnt. Het schip is er nog wel maar aan je waarneming is het onttrokken. Hemelvaart heeft dat element in zich. Afscheid. Niet meer zichtbaar. Wel aanwezig, maar op een manier die niet in onze beleving past. We kunnen het ons indenken. Afscheid. Het kenmerkt ook ons leven. We nemen afscheid van hen die ons lief zijn, we nemen afscheid van een periode in ons leven. Vult u zelf maar in. Iedere dag neem je afscheid van de dag die geleefd is en die komt niet meer terug. Soms ben je blij dat die dag voorbij is en je hoopt op een nieuwe, betere, dag. Hoe de Hemelvaart heeft plaatsgevonden staat in Handelingen 1 beschreven. Ze zijn samen in een zaal, in een gebouw, in Jeruzalem. Daar zijn ze samen rond de maaltijd. Terwijl Hij met hen aanzat. Het gebod klinkt om Jeruzalem niet te verlaten en te wachten op de belofte van de Vader. Jullie zullen met de Heilige Geest gedoopt worden. Dan komt die wonderlijke vraag van de discipelen die ook de Emmaüsgangers bij zich hadden, Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap van Israël? Ze gaan naar buiten en komen op de Olijfberg en dan gebeurt het. Na het gesprek wordt Hij opgenomen. En een wolk ontrok zich aan het gezicht. Dan weer die mannen in witte kleren die de discipelen aanspreken en hen vertellen dat de Heere is opgenomen in de hemel en die zal wederkomen op de wolken des hemels. Ik weet wel een wolk in het O.T. heeft een betekenis. Denk aan de wolk bij de uittocht uit Egypte, de wolk van Elia, als een mans hand. En die mannen in witte kleren duiden op engelen. De Hemelvaart is ook een hemels gebeuren. Een wonder, dat verder gaat dan onze waarneming. We zien de verwachting die er mag zijn. De Heere gaat van zijn discipelen heen. Aan de gemeenschap die er was met zijn discipelen is nu een einde gekomen. Je zou ook kunnen zeggen dat aan de vorm van de verschijningen na Pasen ook een einde is gekomen. Zie je Hemelvaart vanuit dat perspectief dan is de Hemelvaart een gebeuren dat in de lijn van de verwachtingen ligt. In geen lichamelijke vorm is Christus nu aanwezig. Maar toch de belofte, Ik zal met u zijn, Ik ben aanwezig. We moeten concluderen dat we er met het woord scheiding niet komen. Jezus is van de aarde weg, maar de gemeenschap met Hem is en zal blijven. Zeker door de Geest. De discipelen zullen met de Heilige Geest gedoopt worden, die Geest drijft altijd naar Christus toe. Ik ga op naar Mijn Vader, ik zal u een andere Trooster geven, die bij u blijft. Denk ook maar aan de sacramenten. In het eenvoudige brood, de wijn en het water zien we de tekenen van Zijn nabijheid. Hij is bij ons aanwezig. De belofte dat twee of drie in Zijn Naam aanwezig zijn, is Hij ook in hun midden. De gemeenschap met Hem zal in je leven steeds sterker worden. Het verlangen om bij Hem te zijn, doordrenkt je leven. Hij is ook heengegaan om een plaats te bereiden voor de Zijnen. Ik ga heen om u plaats te bereiden. We zien de verheffing die gebeurt. Je kunt ook zeggen dat de Hemelvaart van Christus een hereniging van Jezus is met de Vader. Een verheffing van de aarde. Hij die zonder zonde is, kan op deze aarde niet blijven. Zijn plaats is in de hemel. In de nabijheid van de Vader. Daar zal Hij pleiten voor de Zijnen. Waar Ik ben zult u ook zijn, als Ik heengegaan ben zal Ik u tot mij nemen. Dat was ook de Hemelvaartsprediking van de engelen. Deze Jezus die van u opgenomen is naar de hemel zal op dezelfde wijze terugkomen. Er is in de Hemelvaart een overgang van de aarde naar de hemel. Naar het zitten aan de rechterhand van de Vader. Jezus is opgenomen. Is verheven boven de aarde. Weet u wie er ook verheven zijn boven de aarde? Elia met zijn vurige wagens en paarden. Dat was een mooi gezicht, ook indrukwekkend. Zie je dat voor je? Paarden en wagens als van vuur, vlammen die naar de hemel gaan. Waarom is Jezus niet op deze wijze naar de hemel verheven? Hij heeft toch aan het kruis voor allen geleden en in de opstanding is toch de overwinning gekomen. Nee, niet op de wijze zoals bij Elia. Het is meer op de manier net als bij Henoch. Henoch wandelde met God en Henoch was niet meer. Henoch was weggenomen. Hij was bij God. Zo ook Jezus. Hij wandelde met de discipelen naar de Olijfberg en Hij werd opgenomen, verheven, de verheffing van de aarde. Henoch en Jezus, geen spektakel, maar eenvoudig wandelen en niet meer op deze aarde zijn. Opgenomen in de heerlijkheid van de Vader. De verheffing, de troonsbestijging. Zoals we zingen vanuit de psalmen. Hebr. 2:9, we zien Jezus met eer en heerlijkheid gekroond. We zien de vervulling van het werk van de Here Jezus. Je kunt ook zeggen dat met de Hemelvaart het werk van de Heiland op deze aarde vervuld is. Gedaan is. De verzoening is tot stand gebracht. Paulus zegt: Hij die neergedaald is, Hij is het ook die opgevaren is ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen. Vervullen is volmaken, in alles ingaan en door alles heen trekken. Dat kan maar van Een gezegd worden. Hij is zelfs in de dood geweest. Zonder Christus is alles zinloos. Dat moeten we goed bedenken. Zonder Hem is het leven niets. Hij heeft het werk vervuld. De opdracht van de Vader tot in het uiterste volbracht. Denk maar aan de kracht van de opstanding. Dat is de reuk van het eeuwige leven. De glans van de eeuwige heerlijkheid. Dat trekt door alles heen en vervult het leven van Christus en van u en mij. Vervullen is ook het eigenlijke tot inhoud brengen. Christus is de zin van alle dingen. Buiten Hem is er niets. Zonder Hem is alles zinloos. Hemelvaart is de dag van de zin van alle dingen. In Hem is alles volbracht, vervuld. Je kunt bij vervullen ook aan voltooien denken. De Hemelvaartsdag is de dag van deze roep: in Christus komt alles goed. Wonderlijk. Hij vervult, denk maar aan het kerstlied: Hij vervult der zielen mensen. Hij voltooit. In de Hemelvaart zien we de voltooiing van het aardse werk van Jezus. Hij redt alle dingen, allen die in Hem geloven. De kerk belijdt toch ook in de H.C.: Hij is in de hemel onze Pleitbezorger voor het Aangezicht van de Vader. Hij is onze advocaat in de hemel. Die hebben we nodig. We zien ook de zegenende handen van de Heiland. Terwijl Hij hen zegende. Dat is het laatste wat we lezen in het Lucas Evangelie. Hij hief de handen omhoog en zegende hen. Terwijl Hij hen zegende scheidde Hij van hen. Onder de zegenende handen van de Heiland zien de discipelen de Here Jezus gaan. Hier moeten we bij nadenken en zien dat er juist vanuit de zegenende handen een grote troost voor ons ligt. Is het u opgevallen dat aan het begin van het Lucas Evangelie de zegen niet gegeven kan worden. Zacharias geloofde de engel niet en moest zwijgen. Geen zegen op het volk. Het volk ging ongezegend naar huis. En hier in het laatste hoofdstuk eindigt het met de zegen. Wat zou de zegen zijn geweest. Aan het eind van de kerkdienst ontvangen we ook de zegen. Veelal de Aäronitische zegen. Numeri 6. En de Heere sprak tot Mozes: Zo moet u de Israëlieten zegenen, door tegen hen te zeggen: De Heere zegene ons en behoede ons. De Heere doe Zijn Aangezicht over ons lichten en zij ons genadig. De Heere verheffe Zijn Aangezicht over ons en geven ons Zijn Vrede.  Zo moeten zij Mijn Naam op de Israëlieten leggen, en Ik zal hen zegenen. De priesterlijke zegen heeft in Hebreeuws een schone vorm. De zegen bestaat uit 3 regels. Er zit in de zegen een opbouw. De zegen zwelt aan en komt tot zijn voltooiing in het laatste woord Vrede. Het is het hoogtepunt van de zegen. Vrede, Sjaloom. Dat is ook het laatste woord van Jezus tegen zijn discipelen en indirect ook tegen ons: Vrede. Ik ga heen en jullie ontvangen Vrede. Vrede met God de Vader. Door het werk aan het kruis, door de verzoening ontvangen jullie Vrede. De relatie met de Vader is hersteld. Dat is de kern van je geloof. De zegen speelt in het geloofsleven van Israel een grote rol. De Heere toont in deze woorden Zijn Naam en zijn gelaat. Zo moeten zij Mijn Naam op de Israëlieten leggen, en Ik zal hen zegenen. In de zegen wordt de Naam op Israël gelegd. De Heere legt zijn licht op Israël. In de zegen wordt het licht van de Heere overstraald en aangesproken. Ds. Buskus: Zegen is zonneschijn. Het geven van de zegen is voorbehouden aan de priester en de  hogepriester gaf ook de zegen. Denk maar aan Zacharias in de tempel. De dienst der verzoening moest plaatsvinden. En dan kon de zegen worden uitgesproken. Het geven van de zegen is een ambtelijke handeling. Niet zomaar wordt de Zegen gegeven. Alleen de Heere kan zegenen en daardoor de gezegenden kracht geven. De Heere doe Zijn Aangezicht over ons lichten en zij ons genadig. God laat in de zegen zijn Aangezicht zien, zijn genade. Een onverplichte goedheid, een gunst, ontferming en liefelijkheid. Daar gaat het om in de zegen en het eindigt met Vrede. Geen negativiteit maar positiviteit. Dat wat leven tot leven maakt. Denk maar aan de afscheidsrede van Jezus in Johannes. Mijn Vrede geef Ik u en Mijn vrede laat Ik u. Jezus scheidt niet van de discipelen zonder henzelf en hun opdracht met zijn zegen te stellen onder de bescherming van de Vader. Deze zegen is niet zomaar een zegen. Niet een uitspreken van een heilwens. Nee, met de zegen wil Jezus zijn discipelen metterdaad schenken, geven, wat de Heere in het O.T. al wilde geven: Heil, genade, kracht, het Aangezicht van Gods genade over zondaren laten lichten. Dat de discipelen de zegen hebben begrepen, zien we in de vreugde die ze uitstralen als ze terug gaan naar Jeruzalem. Net als de herders aan het begin van het Evangelie die keerden ook met vreugde in het hart terug, zien we de discipelen ook met vreugde in het hart, God loven en prijzen. Zouden ze nu toch wat van Jezus begrepen hebben? Zou het geloof wortel hebben geschoten in hen harten. Ze zijn representanten van de gemeente. Ze zijn een gezegende gemeente. Ze zijn een door Jezus gezegende gemeente. Die treuren niet bij de Hemelvaartsdag. De gemeenschap met de Heere Jezus is na de Hemelvaart niet afgebroken. Deze wordt voortgezet door de nabijheid van Woord en Geest. De vreugde, de gemeenschap met Hem, ligt in het offer van de Here Jezus. In Zijn leven en lijden heeft het woord: Het is volbracht geklonken. In het kruis van Christus is Gods toornig aangezicht over onze ongerechtigheden veranderd in Gods vriendelijk aangezicht over ons. De zegenende handen van de Here Jezus vertonen nog steeds de kruiswonden. De vloek is weggenomen. De zegen geschonken. In de zegen is de volheid van Gods heil opgenomen. Hemelvaartsdag is zomaar geen vrije dag. Nee, het is een dag om goed na te denken wat we in de zegenende handen van de Heiland mogen ontvangen. De gemeente die op Hemelvaartsdag samenkomt, mag zich gesteld weten onder de zegenende handen van Christus. Ook persoonlijk mogen we op deze Hemelvaart herinnerd worden aan de zegenende handen van Jezus. In de zegen die Jezus geeft legt God zijn Naam op u en mij. Vult u uw eigen situatie maar in. De jongeren onder ons, die het leven nog voor zich hebben, je mag gaan onder de zegenende handen. De mensen die midden in het leven staan. Die geen tijd hebben om bezig te zijn in het geloof. Ook voor hen geldt: Jezus zegent. Ook voor de ouderen onder ons, die moeiten kennen en een leven achter de rug hebben, de balans opmaken, die mogen de bede op de lippen nemen van Psalm 90. De liefelijkheid van de Heere zij over, en zegen Gij het werk onzer handen, ja het werk onzer handen zegen dat. Je mag gaan onder de zegen van Hem die juist de volmacht heeft om te zegenen. Die voor het aangezicht van de Vader zit en in Hem hebben we ons vlees in de hemel tot een betrouwbaar onderpand. En wij mogen op deze Hemelvaartsdag net als de discipelen God loven en prijzen. Dat is het antwoord op de Zegen van de Here Jezus. Amen.
Terug naar de beginpagina Terug naar de beginpagina