Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Sint Antonius Abt (ook van Egypte, de Grote, de Kluizenaar, van Schotland) 
Antonius werd rond 251 geboren in de Egyptische plaats Koma (nu: Qiman el-Ar, Midden-Egypte). Zijn levensverhaal is opgetekend door zijn leerling Sint Athanasius de Grote. Deze vertelt dat Antonius zich rond 310 naar Alexandrië begaf om zich als christen bekend te maken, met de bedoeling de marteldood te ondergaan. Het was immers de tijd van de christenvervol- gingen onder keizer Maximinus Daia (305-313). Maar deze liet hem ongemoeid. Teruggekeerd "beoefende hij een nog strengere ascese en onder- ging hij het martelaarschap naar de geest". Immers vanaf zijn 20e jaar leefde hij als kluizenaar. Dat kwam omdat hij als welgestelde jongeman eens in de kerk de evangelietekst hoorde voorlezen: "Als je volmaakt wilt zijn, verkoop dan alles wat je bezit en volg mij" (Matteus 19,21). Antonius was zo gegrepen door die tekst, dat hij hem letterlijk in praktijk bracht en op zijn eentje de woestijn in trok.
In de afzondering nam hij slechts het allernoodzakelijkste eten tot zich; hij heeft er vreselijk te strijden gehad tegen bekoringen: duivels in de gedaante van allerlei fantastische dieren gingen hem te lijf met knuppels en roeden en soms lieten ze hem half dood liggen. Eerst woonde hij 35 jaar lang in een rotsspelonk in de buurt van de plaats waar hij geboren was. Daarna trok hij dieper de eenzaamheid in en vestigde zich op een berg aan de overkant van de Nijl in de buurt van het huidige El-Maimum. Ook wordt de vrome lezer van het verhaal van zijn verblijf in de woestijn herinnerd aan een tekst van de profeet Jesaja, waarin de Messiaanse tijd wordt aangekondigd: "De wolf en het lam wonen samen; de panter vlijt zich neer naast het bokje; het kalf en de leeuw weiden samen: een kleine jongen kan ze hoeden. De koe en de berin sluiten vriendschap; hun jongen liggen bijeen. De leeuw eet haksel als het rund. De zuigeling speelt bij het hol van de adder; het kind strekt zijn hand uit naar het nest van de slang" (Jesaja 11,06-08). Het lijkt wel, of die tijd in het leven van de woestijnvaders werkelijkheid was geworden. Zij sloten vriend- schap met wilde dieren. Zij maakten van de woestijn een leefbare plek, een paradijs. Nadat Antonius twintig jaar op zijn berg had doorgebracht, trok hij naar een oase in de Egyptische woestijn, nu geheten Djzebel al-Galala el Qibliya. In deze oase werd hij bezocht door vele christenen. Van hen besloten er zo nu en dan om hun leven verder in zijn gezelschap door te brengen. Zo ontstond een dorp van kluize- naarswoningen. Hoewel hij geen gemeenschappelijke levenswijze organiseerde, gaf hij aan allen geestelijke leiding; dat is de reden waarom hij de eerste abt genoemd wordt.Hij stierf toen hij 105 jaar oud was. Verering & Cultuur In 561 werd zijn graf ontdekt en vanaf 1491 worden zijn stoffelijke resten bewaard in de St-Julienkerk te Arles. Er bevinden zich ook relieken in de abdij St-Antoine ten westen van Grenoble. Hij is patroon van varkenskudden en huisdieren. Zijn voorspraak wordt ingeroepen voor de bescherming van dieren, vooral varkens en hun stallen; tegen veeziekten (weer met name bij varkens); tegen besmettelijke ziekten, epilepsie, angst, ergotisme (antoniusvuur of moederkorenvergiftiging), gordelroos, hoofdpijn, huid- ziekten, jeuken, krabben, lupus, negenoog (karbonkel), netelroos, ontstekingen, pest, roos, scheurbuik, steenpuisten, versterf (necrose) en wratten; tegen de pijnen van het vagevuur. De zoekmachine leverde tientallen matches op in: Schotland: enkele volgen verkort hieronder: Near Gunn's Mill at Flaxley is the enigmatic St Anthony’s Well an ancient spring whose name dates from the medieval period. Saint Anthony's Well water is always extremely cold and for generations local people have bathed in it for the treatment of rhumatism and arthritis. St. Anthony’s Well, Edinburgh, Midlothan Zwitserland: enkele voorbeelden: Sankt Anton, een “quelle”wordt genoemd en ook een ”badstrasse”. Église Saint-Antoine de Bâle L'église Saint-Antoine (Antoniuskirche) est une église catholique construite entre 1925 et 1927, située à Bâle en Suisse. Elle est dédiée à saint Antoine Duitsland: enkele voorbeelden: Bad Heilbrunn, Oberbayern, Bayern, Deutschland. Rechts die Statue für „Antonius von Ägypten“ über der „Antoniusquelle”. Sankt Antonius, Frankfurt/Main 1994 ... Claudia Märtl: Eine neue Quelle . St. Antonius - Ottenau. Quelle En nog vele tientallen andere sites. Zo blijkt St. Antonius abt populair geweest te zijn in Groot Brittannië, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. Meestal gekoppeld aan een geneeskrachtige bron, waarvan het water geneeskrachtig zou zijn tegen een menigte van besmettelijke ziekten: huidziekten, jeuken, krabben, netelroos, ontstekingen, pest, tegen de pijnen van het vagevuur. Nederland: Alleen in Nederland heb ik niet veel sites kunnen vinden. Alleen in Noord-Brabant vond ik Sint Anthonis Put en in Bruinisse de Sint Antonispitten op een veldnamenkaart van voor de Ramp van ‘53. Na de Herverkaveling is van deze ‘Pitten’ niets meer te vinden dan een paar taaie rietstengels.  Moeten we deze plaatsen ook koppelen aan geneeskrachtig water? Het zou goed kunnen. (De voornaam Tonie, Anton en andere vormen van Antonius komen veel voor in Bruinisse). Ook ligt op het eiland het gehucht Looperskapelle.. De naam heeft betrekking op een kapel van de familie Loopers. De oudste vermelding van de naam stamt uit 1324, als Lopers Capelle, hoewel het in 1280 nog werd vermeld als Capella. Ook in de volksmond is het Kapelle. De kapel werd uitgebreid tot kerk, gewijd aan Sint-Antonius. Deze kerk werd in 1590 afgebroken ten behoeve van de fortificaties van Brouwershaven. De begraafplaats is thans een cultuurhistorisch monument. Adri Moelijker                   Links wat er in 1745 stond en rechts wat er nu over is van de Sint Antoniuskerk.  
Terug naar de Middeleeuwen Terug naar de Middeleeuwen Terug naar Actueel Terug naar Actueel