Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Sieradendoosje Volkskunst is kunst met een utilitair en esthetisch karakter die binnen een bepaalde volkse traditie is ontstaan. Het is kunst door gewone mensen, bedoeld voor een kleinere groep en zonder grote artistieke pretenties. Meestal maakte men zulke voorwerpen in de winter, wanneer het rustig in het bedrijf was.
Op het deksel van bovenstaand juwelenkistje lezen we  de kortste Bijbeltekst (Joh.11:35). De maker heeft als model de gotische letters en ook de spelling van een oude Statenbijbel gehanteerd. Dwars door de  letters slingert zich een gestileerde wijnrank of andere slingerplant. We zien hier een ambachtelijke voortzetting van de stijlvormen uit de 17e en 18e eeuw.
Op de onderkant zien we een vogel met opnieuw een gestileerde plant. Aan de binnenkant is het jaartal 1895 ingesneden. De afmetingen zijn: 16 x 7 x 3 cm. De maker is de toen 12-jarige Boudewijn Moelijker. Later volgde hij zijn vader op als wagenmaker in Oosterland (rechts op onderstaande foto, samen met drie zoons). De Zierikzeesche Nieuwsbode noemde hem een zeer vakbekwaam wagenmaker en timmerman. In samenwerking met smid Jakob van de Kommer uit Dreischor was hij een van de eersten die een boerenwagen met luchtbanden construeerde. Dit type sloeg bij de boeren geweldig aan omdat deze nieuwe wagen veel meer laadruimte bood dan de traditionele boerenwagens met houten spaakwielen.
Terug naar Nadere Reformatie Terug naar Nadere Reformatie