Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Tegeltableaus
Bijbelse taferelen op tegels De 17e eeuw was de tijd dat men de huizen en vooral openhaardpartijen ging versieren met gebakken geglazuurde tegels. Diverse tegelbakkerijen ontwierpen allerlei modellen en de onderwerpen waren ook van allerlei aard. Eén bijzonder onderwerp vraagt nu onze aandacht: de tegels met Bijbelse verhalen als onderwerp.  In de tweede helft van de zeventiende eeuw beginnen de schilders  series te maken waarin de hele bijbel als in een beeldverhaal wordt vastgelegd. Series die soms wel uit meer dan honderd verschillende tegels bestaan. Als voorbeeld dienden etsen van  uitgaven van prentbijbels of gewone bijbels die met prenten waren geïllustreerd. Bekend waren de etsen van Jan Luiken. Er is een grote diversiteit in de uitwerking. De ene tegel is vlot, met een paar streken geschilderd, op andere tegels zijn alle figuren gedetailleerd uitgewerkt. Vaak was in een bedrijf één schilder, de 'eerste schilder' verantwoordelijk voor het beschilderen van de bijbeltegels. Deze waren bewerkelijker en duurder dan de meeste andere typen, vooral als er ook teksten met verwijzingen naar bijbelboeken bij geschreven moesten worden. De kleuren varieerden, van blauw en paars tot veelkleurig. De voorstellingen waren voorzien van eenvoudige of juist heel precies uitgewerkte omlijstingen, en in de hoeken waren decoratieve ornamenten aangebracht: van een afstand gezien vallen de verschillen tussen de voorstellingen vaak weg en hield men een regelmatig herhaald patroon over, zoals bij behang.   Overigens kregen deze tegels veelal een ereplaats, in de achterwand van de openhaard. De haard was in de meeste huizen het centrum van het huiselijke leven: de belangrijkste licht- en warmtebron, waar ook gekookt werd. Door de versiering met geglazuurde tegels kon men de achterwand goed schoonhouden van roet en vetvlekken en door de verhalende voorstellingen was er bij het licht van het haardvuur dan ook nog heel wat te zien.  Veel kinderen dankten de godsdienstige opvoeding aan hun moeder, die aan de hand van de tegels de bijbelverhalen vertelde. Ziehier een vroege vorm van aanschouwelijk onderwijs!
Hiernaast een historische boerderij, aan de Lageweg in Westenschouwen. Mogelijk heeft zich hier een openhaard-partij met een  tegeltableau  bevonden. Een oud-bewoonster heeft onderstaande tegels weten te redden.
Terug naar Nadere Reformatie Terug naar Nadere Reformatie Terug naar Actueel Terug naar Actueel