Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Thesis defendentis I Omnes libros Vet. & Nov. Testamenti esse Canonitos (omnibus Apocryphis rejectis) credimus. II S. Scripturam omnia ad salutem necessaria, & quidem modo perspicuo tradere, statuimus. III Mysterium Trinitatis in Scriptura fundatum, etiamsi superet rationem, tamen rectae rationi non adversatur. IV Deum esse aeternum, sapientissimum, immutabilem, independenten & omnium rerum, extra se causam primam, defendimus. V Ullam multiplicationem Deitatis & compositionem realim in Deo obtinere, negamus. VI Secundam Personam in Trinitate Filium Dei vocare solum ob aeternam, incomprhensibilem, & perfectissiman ejusdem Essentiae Commununicationem sibi a Patre factam, tenemus. VII Electionem quorundam hominum ad salutem esse aeternam immutabilem & a solo Dei beneplacito dependentem (operibus ut causis antecedentibus exclusis) probamus. VIII Illum Christum esse solum & Verum Messiam a Patribus expectatum, contra Juaeos tenemur. IX Justitia Vindicativa est Deo ita naturalis, ut peccatum punire in homine ipso vel in Mediator debeat. X Christus unico suo sacrificio vero & propitiatorio illi justitiae vere & perfecte satisfecit, proter quod est unicus Mediator Dei & hominum. XI Justificatio nostra coram Deo, propter merita Jesu Christi non confundenda est cum Sanctificatione nostra. XII Jephtam filiam suam immolasse omnino credimus.
Te verdedigen stellingen I Wij geloven dat alle boeken van het Oude en Nieuwe Testament canoniek zijn, alle Apocriefen verworpen zijnde. II Wij houden het ervoor dat geheel de heilige Schrift noodzakelijk is voor onze redding en dat deze ongetwijfeld helder is overgeleverd. III Het geheim van de Triniteit is in de Schrift gefundeerd, dat zelfs het verstand te boven gaat, toch spreekt het zuivere verstand het niet tegen. IV Wij verdedigen (de gedachte) dat God eeuwig is, volkomen wijs, onveranderlijk, onafhankelijk, en van alle dingen buiten zich de eerste oorzaak. V Wij ontkennen dat enige rangschikking van de godheid is & echte ordening in God gehouden wordt. VI Wij houden vast dat de tweede persoon in de Triniteit de Zoon van God genoemd wordt, altijddurend, oneindig & volmaakt, van hetzelfde wezen deelhebbend aan de Vader. VII Wij achten het aannemelijk dat de verkiezing van de mens tot zaligheid eeuwig is en onveranderlijk en alleen afhangt van Gods welwillend besluit (uitsluitend dat het door voorafgaande werken was). VIII Deze Christus is de enige en ware Messias door de vaderen verwacht, tegen de Joden. IX De straffende gerechtigheid is voor God zo vanzelfsprekend dat de zonde aan de mens zelf of aan de Middelaar verschuldigd is. X Christus’ unieke offer is werkelijk en voldoet volkomen aan deze gerechtigheid, waarom hij de unieke Middelaar Gods en de mens is. XI De rechtvaardiging voor Gods aangezicht, wegens de verdienste van Jezus Christus, moet niet verward worden met onze heiligmaking. XII Wij geloven dat Jefta zijn dochter als voorteken offerde.
Terug naar Johannes Myseras Terug naar Johannes Myseras