Bedevaarten
Een bedevaart of pelgrimage (van het Oud-frans pelrimage) is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord. Redenen voor het ondernemen van een bedevaart zijn om de hulp van een heilige in te roepen zodat deze voorbede (Lees verder) kon doen bij God, of om boete te doen, een opgelegde straf te ondergaan. In de katholieke traditie betreft een bedevaart een reis naar een plaats waar een heilige wordt vereerd, of waar er volgens ooggetuigenverslagen verschijningen hadden plaatsgevonden, meestal van Maria, een engel of een heilige. Andere plaatsen werden bekend vanwege een of meer gevallen van wonderbaarlijke genezingen, of vanwege stigmata, een 'huilend' beeldje, of andere verschijnselen die mensen bovennatuurlijk voorkwamen.
Pelgrims
Voorbeelden van belangrijke bedevaartsplaatsen in het christendom zijn Rome (het Vaticaan), Fátima, Lourdes, Scherpenheuvel, Rocamadour, Santiago de Compostella, Kevelaer, Collevalenza, Assisi, Banneux, Jeruzalem en Bethlehem. Bedevaartgangers droegen schelpen of kleine medailles en beeldjes op hun kleding. Goedkope loden of tinnen pelgrimsinsignes, een pelgrimshoorn, eigenlijk souvenirs, worden bij opgravingen veel teruggevonden. Pelgrims die Jeruzalem bezochten plaatsten een palmtak op hun portretten en ook op hun grafsteen. In Dreischor in Zeeland is een dergelijke steen bekend met een leeg graf (Christus is immers opgestaan), twee palmtakken en een Jeruzalemskruis, zie foto hieronder.
Terug naar Ds. C.F. Zeeman
Een kleine selectie uit VOLKSUITDRUKKINGEN AAN DEN BIJBEL ONTLEEND
Aanstoot I Petrus 2:7; Jesaja 8:14. Steen des aanstoots, rotssteen der ergernis. Zo noemt men vaak een zaak of persoon die iemand tot toorn en wrevel verwekt, die geheel strijdig is met iemands wensen of zienswijze. Zo zijn bv. de Ev. gezangen de steil- rechtzinnige een steen des aanstoots. Zo wordt menigeen geërgerd, in een onaangename stemming gebracht door de ontmoeting van een tegenstander. De uitdrukking is ontleend aan I Petr. 2:7 en Jes. 8:14. In de laatst- genoemde plaats wordt God voor de twee huizen van Israël di. voor Juda en Israël een steen des aanstoots, een rotssteen der struikeling genaamd.M.b.t. eerstgenoemde plaats uit Jesaja overgenomen heet Christus steen des aanstoots rots der ergernis. Maar op beide plaatsen wordt daardoor aangeduid niet wat onaangenaam stemt of wrevelig maakt maar wat doet struikelen en vallen. God is bij Jesaja voor Israël en Juda tot iets wat hen doet neerstorten, een oorzaak des verderfs gelijk. Hij voor de inwoners van Jeruzalem tot een net en een strik is. Christus is de ongehoorzamen aan zijn woord een oorzaak dat zij tot zonde en rampzaligheid vervallen vgl. Luk 2 vs 34 deze wordt gezet tot een val. Ergens aanstoot meê geven of aan nemen zowel als ergernis geven door iets in de zin van tot verontwaardiging of wrevel prikkelen komt in de Bijbel niet voor. Zowel het een als het ander betekent in de Bijbel tot zonde aanleiding geven. vgl. Rom. 9:33, Rom. 14:21, een voor ergernis Matth. 18:6 . Zie ook de schone novelle van Busken Huet “Ten halve gekeerd?” in de Guldens-editie I, pag. 93. Beproeft alle dingen 1 Thessal. 5:21 Beproeft of onderzoekt alle dingen, en behoudt het goede. Deze woorden worden door menigeen als een aan- sporing beschouwd om in de dingen van het dagelijkse leven alles nauwkeurig na te gaan, ja meermalen als een bijbels gezegde, dat volkomen vrijheid geeft om bij wijze van proefneming allerlei geschriften te lezen, allerlei plaatsen te bezoeken, allerlei spijzen en dranken te gebruiken. Zo zoekt men er soms een vrijbrief in voor handelingen die beter achterwege waren gelaten. Doch ten onrechte. De vermaning van Paulus die eigen- lijk volgens het oorspronkelijke moest  luiden: maar beproeft alles en behoudt het goede, heeft zoals de meeste schijnbaar algemene apostolische lessen, een zeer bepaalde bedoeling voor een bijzonder punt van onderzoek. Hij waarschuwt nl. in de voorafgaande  verzen om de geest niet uit te blussen di. de uiting des geestes die zich in de eerste Christengemeenten o.a. in het spreken met hoge geestverrukking of in profeteren openbaarde, niet tegen te werken, om verder de profetieën niet te verachten d.w.z. geen minachting te tonen voor het godver- heerlijkend, met heilige geestdrift plaatshebbend spreken, dat bij de eerste Christenen mede een uiting des geestes was; en nu laat hij er op volgen maar beproeft alles. Er was nl. onder dat profeteren en spreken in vreemde talen veel van onzuiver allooi, vrucht van ijdelheid of winzucht; of zulks het geval was moesten de Christenen te Thessalonica nauwkeurig onderzoeken: al die uitingen des geestes, profetieën of gebruik van vreemde talen, onverschillig bij welke personen die voorkwamen, behoorden zij zorgvuldig te toetsen, te be- proeven teneinde geen klatergoud voor echt goud,  geen schuim voor zilver aan te zien; maar nu moesten zij van de andere kant wegens enige onechte, onzuivere openbaringen des geestes, ze niet alle verwerpen, integen- deel die profetieën en betoningen van godsdienstige geestdrift welke na nauwlettende toetsing waarlijk goed bleken te zijn behouden d.w.z. in ere houden en tot hun nut aanwenden. Uit deze ontwikkeling van Paulus’ les blijkt genoegzaam dat hier van een lichtzinnig en roekeloos zich wagen aan allerlei verdachte proefnemingen en gevaarlijke onderzoekingen  geen sprake is. Voor de reinheid onzer zeden, voor de zuiverheid onzer fanta- sie, voor de rust van ons gemoed is zulk een ondoordacht beproeven en onderzoeken vaak schadelijk, altoos gevaarlijk. Bij gevolgtrekking evenwel kan uit de Apostolische vermaning wel de les afgeleid worden dat wij op godsdienstig, zedekundig of letterkundig gebied een nauwkeurig onderzoek mogen instellen naar hetgeen al of niet deugdelijk is. Dood, liefde. Hooglied 8:6. De liefde is sterker dan de dood. Die bekende versregel uit Vondels Gijsbrecht van Amstel, wordt menigmaal in het gewone leven gebruikt om de kracht der huwelijksliefde, of in het algemeen die van de jongeling tot het meisje zijner keuze, en omgekeerd, uit te drukken. De dood wordt hier voorgesteld als een geweldig gebieder, die een onweerstaanbare macht uitoefent over alle mensen. Aan zulk een machtig alles terneerwerpend gebie- der is nu de liefde gelijk, volgens Hoogl. 8:6, waarin de maagd, die des konings aanbiedingen versmaadt, de alles overwinnende kracht uitdrukt van de hartstocht, die in haar binnenste voor haar uitverkoren geliefde gloeit. Van een liefde, sterker dan de dood, spreken ook wij, of in soortgelijke zin als daar aanstonds werd beschreven, of om met woorden aan die schriftuutplaats ontleend, de gedachte uit te drukken dat de liefde ook door de dood niet wordt overwonnen, ook na het sterven voortduurt. Duizend, Pred. 7:28. Dat is een man uit duizenden. Dit spreekwoord heeft de betekenis: het is een zo voortreffelijk man, dat men er onder de duizend maar één zo vindt. Wellicht is het ontleend aan Pred. 7: 28 waar ook de uitdrukking, een man uit duizend, voorkomt. De betekenis is evenwel daar anders, want de nadruk valt daar op het woord man. De prediker in zijn zo sombere beschouwing van de ganse wereld, mensen en omstandigheden, klaagt vooral over de listen en verkeerdheden der vrouwen, zie vs.26, en komt tot deze slotsom, één man, nl. een die goed en rechtschapen is; uit duizend d.i. onder de duizend mensen, heb ik nog wel eens gevonden, maar niet een recht eerlijke en oprechte vrouw onder die duizend. Bij die bittere vrouwenhaat maakt de schrijver nochtans een uit- zondering voor de echtgenote die men liefheeft, zie Hfdst.9:9. Geleerdheid, Hand. 26:24. De grote geleerdheid brengt hem tot razernij. Die woorden werden, volgens Hand. 26:24, door de Romeinse landvoogd Festus tot de apostel Paulus gericht, toen deze, bij zijn verantwoording voor Festus en Agrippa, zijn bekeringsgeschiedenis verhaalde en daarbij sprak van de hemelse verschijning hem te beurt gevallen, en van Christus’ bestemming om het licht der heidenen te zijn. Dat scheen Festus de grootste ongerijmdheid en in Paulus een geleerde Jood ziende, die in velerlei geschriften  had zitten studeren, roept hij vol ergernis: “Gij raaskalt, Paulus, uw grote geleerdheid, al uw uit boeken opgezamelde kennis, al uw lezen en zoeken brengt u tot waanzin.” Ook bij ons geeft menigeen zijn ergernis over de dwaasheid en onhandigheid van vele kamer- geleerden op deze wijze lucht; hoe geleerder, hoe gekker wordt vaak in dezelfde zin gebezigd, evenwel meer- malen door mensen die voor ernstige studie of heilige geestdrift geen oog noch hart hebben. Het volledige werk is te vinden op internet. Klik hiervoor op onderstaande link: (Volksuitdrukkingen aan den bijbel ontleend)